Fragment Bij de beuk linksaf

Behalve brieven had zij ook brood, rookwaar, bijbeltjes, medicijnen en hosties bij zich. De hosties, gebakken in miniatuuruitvoering in het klooster Brakkenstein in Nijmegen, werden haar door pater J.D. Bakker op station Utrecht overhandigd. De hosties zaten in een blauw blikje. Van haar huisarts dokter Theo Bingen kreeg ze voor dit doel aspirinebuisjes mee, glazen Chefarine4-buisjes met een rood dopje. Daar pasten de hosties precies in. Evert Reemst bezorgde dit alles weer in het kamp bij pater Govaert in Block IV, de barak voor besmettelijk zieken.

 “De honden van Kotälla lopen om de wagen te snuffelen. Wat ruiken ze? De koemest van de boerderij? Of de vreemde pakjes in de kist onder de wagen? Jan zit hem vaak te knijpen wanneer hij met zijn vader meerijdt en het kistje vol zit. Maar zijn vader doet overal zo gewoon over. Hij gedraagt zich keurig netjes en onderdanig, weet het spel goed te spelen.”

Proudly powered by WordPress | Theme: Baskerville 2 by Anders Noren.

Up ↑