Fragment ’t Zustertje

Elke zondagochtend kwamen de kerkgangers met hun tentwagentjes van heinde en ver naar de kerk. De tentwagentjes werden op het plein voor het ‘Rosbeaijer’  geparkeerd en de paarden werden uitgespannen en gestald in de grote schuur ernaast.

De vrouwen afkomstig van de boerderijen, schreven hun wekelijkse boodschappen op in een boodschappenboekje en lieten deze achter in hun tentwagentjes. Tijdens de kerkdienst werden deze boodschappen dan door de echtgenote en dochters van Teus Hilhorst klaargemaakt en in de tentwagentjes gezet. Na de kerkdienst dronken de vrouwen koffie in de huiskamer van

ۥt Ros Beijaart en de mannen deden hetzelfde maar dan in het cafégedeelte.

Alli Hoogland die op zondagen om 7.00 uur al paraat stond om de paarden uit te spannen, zorgde er ook voor dat de paarden weer ingespannen klaarstonden als de families weer terug wilden keren naar huis. Voor hem was dit een extra bron van inkomsten, naast zijn doordeweekse werk bij de firma van den Berg.

Na de oorlog deed de automobiel zijn intrede en verdwenen de tentwagentjes geleidelijk uit het straatbeeld. De families van de Salm van Hagenouwen, Voskuilen van Strijdhorst , van Esveld van Hondhorst en Daatselaar van de Mossel bleven het langst trouw aan de tentwagentjes. Tot aan het eind van de  jaren vijftig zijn zij met dit vervoermiddel naar de kerk blijven komen. De laatste begrafenis per tentwagentje had toen al lang plaatsgevonden; de baakster Nelemeu (Cornelia) Tijmensen-Greefhorst van de Kanaalweg kwam in 1952 te overlijden, en zij was de laatste dode die in zo’n tentwagentje naar de begraafplaats werd gebracht.

Proudly powered by WordPress | Theme: Baskerville 2 by Anders Noren.

Up ↑